EEN VLEUGJE GESCHIEDENIS

Een tiental kleuters uit vier gezinnen komt één dag per week samen om ‘op een andere manier met elkaar om te gaan en te leren in vrijheid…’ Jeugdhuis Heiberg in Kessel-Lo stelt hiervoor een lokaal ter beschikking.

Het Heiberginitiatief was voldoende succesrijk om na een jaar groeiende interesse te vinden. Zo ontstond een grotere groep ouders die vanaf september 1976 van start zou gaan met een heuse kleuterschool met 25 kinderen. Er werd ruimte gevonden in de Volkshogeschool Elker-ik aan de Blijde Inkomststraat. De tuin met enkele appelbomen leverde inspiratie voor de naam ‘Open kleuterschool De Appeltuin’.
De ouders waren niet alleen initiatiefnemers, ze droegen volop mee verantwoordelijkheid voor de activiteiten zelf. Ze zorgden voor een atelieraanbod in een beurtrolsysteem. Vanwege de ‘scholenstop’ kwam er geen erkenning of subsidiëring. Alle kosten moesten door de ouders gedragen worden. Er was geen bestuur. De ouders kwamen wekelijks samen en overlegden met elkaar.
Nog steeds in de lokalen van Elker-ik wordt er ook gestart met een lagere school. Er komt een team van vaste begeleiders, één voltijdse en twee halftijdse. De actieve inbreng van de ouders bleef groot.
De archieven beschrijven een pedagogische praktijk gebaseerd op ‘rijke emotionele openheid’ en veel ruimte voor zelfbepaling bij kinderen én ouders, gebaseerd op ideeën van o.m. Rogers en Neill. Er was echter een totaal gebrek aan structuur waar de kinderen vat op konden krijgen.

Een boerderijgebouwtje in Egenhoven werd door een enorme mobilisatie van enthousiaste ouders omgetoverd tot een aanvaardbare leefruimte voor drie groepen. Er kwam nog een vaste kracht bij en er werd naar meer structuur gestreefd, maar het bleef moeilijk om de schoolpraktijk op een degelijke wijze vorm te geven.
Enkele ouders komen via Aktiegroep Kritisch Onderwijs in contact met de freinetpedagogie. Ze ontdekken dat deze vernieuwingsbeweging hun eigen pedagogische en maatschappelijke ideeën gestalte geeft. Met twee deskundige nieuwe leerkrachten wordt de Appeltuin de eerste freinetschool in Vlaanderen. Er zijn nu twee kleuterklassen met een 15-tal kinderen en één lagereschoolklas met 30 kinderen (van 6 tot 11 jaar).

Voor het schooljaar 1980-’81 kende de Appeltuin een dusdanige groei dat het boerderijtje al snel te klein werd. De kleuterklassen werden ondergebracht in twee houten barakken in de weide achter het schoolgebouw. De lagere school wordt opgesplitst in drie aparte graadsklassen. De Appeltuin is ondertussen een echte moderne freinetschool geworden.
De kinderen maken een boek over de school. Het is het resultaat van een groots schoolproject. De kinderen beschrijven zélf de verschillende werkvormen, aangevuld met achtergrondinformatie door de leerkrachten.
Het boek kaderde in een actie om aan te klagen dat de school nog steeds zonder erkenning of subsidie moest draaien. Dit kreeg veel weerklank in de pers. Zo maakte Panorama (van de toenmalige BRT) een uitzending over de school.
Deze actie had ook grote invloed op de uiteindelijke opheffing van de ‘scholenstop’.
De Appeltuin speelde in de alternatieve onderwijswereld een belangrijke voortrekkersrol. De leerkrachten werden overal te lande uitgenodigd om te komen spreken over hun school en over de freinetpedagogie. In het zog van de Appeltuin ontstonden nieuwe schooltjes. Ook binnen het traditionele onderwijs gingen individuele leerkrachten met freinettechnieken werken.
Samen met collega’s uit Aktiegroep Kritisch Onderwijs richtten de Appeltuinleerkrachten de Freinetbeweging Vlaanderen op. Deze maakt deel uit van de internationale beweging van freinetleerkrachten.

De Appeltuin wordt meteen na de opheffing van de scholenstop officieel erkend en gesubsidieerd als vrije onafhankelijke school. Om aan de oprichtingsnorm te komen wordt gefusioneerd met pas opgerichte schooltjes uit Alken en Schoten, onder de naam IPOS (Interprovinciale Onafhankelijke Scholen).
De Appeltuin begint ondertussen uit haar voegen te barsten. Er zijn nog twee barakken bijgeplaatst, maar in de strenge winter van 1984 is het terrein veranderd in een modderpoel. De mazoutkachels kunnen de gebouwen niet voldoende verwarmen. Er wordt naarstig gezocht naar een nieuw gebouw. We klagen onze nood in de pers. Er verschijnen krantenartikels met foto’s van kleumende kinderen.

Door de ophef over de penibele behuizing tijdens het schooljaar ’84-’85 en na een open brief aan de minister van onderwijs, kan de Appeltuin in het schooljaar 1985-’86 zijn intrek nemen in het voormalig meisjeslyceum in de Weldadigheidsstraat.
Deze verhuis naar de stad past ook in de volgehouden ambitie van leerkrachten en het grootste deel van de ouders om geen ‘elitaire’ eilandschool te blijven, maar om te evolueren naar een buurtschool met een zo laag mogelijke drempel.
Als gemeenschapsschool kan de Appeltuin die drempel nog meer verlagen. Bovendien baant de Appeltuin zo de weg voor een groot aantal andere (freinet)scholen. Zij treden allen op hun beurt toe tot het gemeenschapsonderwijs dat daardoor een opmerkelijke stijging van het leerlingaantal kent en zich kan profileren als vernieuwend en ondernemend.
De Appeltuin viert haar 40-jarig bestaan (met de start van de lagere school als referentiejaar).
De Appeltuin telt 210 kinderen en 20 leerkrachten. De school wordt nog steeds coöperatief gerund door leerkrachten én ouders.